Hoe komt u aan zo’n leuke baan?
“Sinds 1972 ben ik vrijwilliger bij de KNRM. Ik heb daar altijd op de reddingsboot gevaren, de laatste twintig jaar als schipper. Inmiddels doe ik het daar wat rustiger aan. Door het werk bij de KNRM leerde ik hulpstrandvonder Teo Schoos kennen. In 2003 ben ik hem gaan helpen en zo heb ik het vak van strandvonder geleerd. Na Teo’s overlijden ben ik gevraagd om zijn werk over te nemen en in 2017 ben ik door de Commissaris van de Koning, Johan Remkes, beëdigd.”
Hoe is het om strandvonder te zijn?
“De ritjes over het strand leveren tegenwoordig, gelukkig, niet veel werk op. De bewustwording van het publiek, dat het strand schoon hoort te zijn, wordt steeds groter. Hiervan getuigen ook diverse acties, zoals de Boskalis Beach Clean-up. Van de hulpstrandvonder wordt verwacht dat hij iedere dag het strand inspecteert en bij afwijkingen handelt. Elke dag ben ik daarom op een ander tijdstip op het strand. De tijden dat ik m'n rondje doe, hangen samen met het getij en windrichting en -sterkte. Soms ga ik twee keer kijken. Bij een westelijke wind is de kans dat er iets aanspoelt namelijk veel groter dan wanneer de wind uit de oosthoek waait.”
Hoofdstrandvonder is de burgemeester. Aan hem rapporteert de hulpstrandvonder. Er kan van alles op het strand aan de hand zijn. Waar Ruud van
Wilgenburg het meest mee te maken heeft zijn dode of zieke zeezoogdieren en vogels.
Ruud vertelt: “Het opruimen van dode zeezoogdieren komt veel voor. Deze dieren gaan, als ze vers zijn, voor onderzoek naar de faculteit diergeneeskunde in Utrecht. Ik werk ook veel samen met de dierenambulance Kennemerland en de EHBZ (Zeezoogdierenhulp). Het vaakst word ik gebeld over zeehonden op het strand. Er heerst nog steeds de opvatting dat een, vooral jonge, zeehond op het strand ziek is en wacht op vervoer naar bijvoorbeeld Pieterburen. Meestal ligt zo'n dier alleen maar te rusten en gaat het na een aantal uur weer het water in. Soms ligt er ook chemisch afval op het strand. Bij zulke vervuiling stel ik de verantwoordelijke instanties op de hoogte, zoals Rijkswaterstaat. De bijzonderste vondst is voor mij wel -begin 2017- een witsnuitdolfijn. Hij was net doodgegaan. Het was al jaren geleden
dat er een op een Nederlands strand was aangespoeld.”
"Soms is mijn werk ook aangrijpend: vorig jaar is er ter hoogte van het wrak van De Vrijheit, een skelet gevonden. Ik werd gebeld door een vriend van me die het zag liggen. Het was duidelijk een mens. De botten lagen gedeeltelijk onder het zand, maar de wind had een deel zichtbaar gemaakt. We hebben het strand afgezet en kregen toestemming van de politie om de botten in een kist te doen.”
Natuurlijk wordt er dan ook onderzoek gedaan naar de identiteit. Inmiddels is er een sterk vermoeden dat het de overblijfselen zijn van het lichaam van een Engelse adelborst (marineofficier) die in 1914 aanspoelde op het strand, nadat zijn schip getorpedeerd was door de Duitsers. Zoals toen nog gebruikelijk was, werd zijn lichaam achter de duinenrij begraven. Inmiddels zijn, door zandverschuivingen, de duinen een eind naar achteren verschoven, en zodoende lagen de botten nu aan de waterlijn.
Vindt u wel eens iets van waarde?
“Dat valt mee en stel dat er bijvoorbeeld een mooi bootje aanspoelt, dan mag je dat niet zomaar meenemen. Aangespoelde spullen zijn en blijven eigendom van degene die ze verliest. Ze worden teruggegeven aan de eigenaar, na aftrek van kosten die gemaakt zijn om deze te bergen en veilig te stellen. Het is tegenwoordig dus allang niet meer zoals bij Sil de Strandjutter. De manieren van zeetransport met zeecontainers zorgen ervoor dat er niet veel meer te vinden is: het strand is geen goudkust meer.”
Is er iets raars of bijzonders op het strand te zien, bel dan Ruud van Wilgenburg op 06-21120612.